Het leven is een sleur (featured artikel)

Wij mensen zijn kuddedieren, hoe meer we onszelf willen onderscheiden van elkaar, des te meer lijken we op elkaar. We wonen, vrijen, eten met anderen. De menselijke geest is een paradox. Willen, maar niet kunnen of willen en kunnen?

We zijn steeds op zoek naar het speciale, het exclusieve; het meest gezonde, alsof ons leven nog niet saai genoeg is gaan we dan alles nog eens categoriseren in slecht, matig, goed en biologisch. Vreemd genoeg is het suïcidecijfer de laatste jaren gestagneerd. Nog een paradox lijkt mij…

Hoe wij mensen elkaar behandelen is wansmakelijk, maar waarom doen we dit? Is het uit verveling, nood aan spanning, een overstijgend egocentrisme; of zijn we gewoon dom en asociaal.?

Het leven is saai net omdat wij leven als de schim van wie we willen zijn. daarom zoeken we naar zaken om onszelf op te krikken tot humane dingen, zoals via Gaia of quinoa. Niet dat die onzin ons daar ook maar enige soelaas bij brengt.

Mensen zijn steeds opzoek naar uitdagende, fascinerende dingen. Uiteraard is het onze luiheid die dat vaak niet toelaat. Wat als we het nu eens anders zouden doen… Zouden we gelukkiger zijn denk je? Ik vrees van niet.

Maar het helpt wel, het verbreken van de saaie patronen helpt ons mensen om de wereld te ontdekken die verder ligt dan de jan_modaalstraat. Het is een onbekend pad, een labyrint waar we onszelf zullen ontdekken, tegenkomen, willen vermoorden, gaan lief hebben.

De paradox zit er hem in dat ondanks we ongelukkig zijn in onze vaste patronen, dat de angst voor het onbekende labyrint van de wereld niet overwonnen wil worden om het geluk, spanning en zelfvervulling tot ons te nemen.

We doen het daarom via verhalen. Verhalen brengen mensen samen, brengen emotie, frustratie en andere geweldige zaken naar ons toe. We smachten naar spannende en intrigerende verhalen die ons uit het belachelijk burgerlijk bestaan meenemen naar een irreële wereld waar alles kan, alles mag, en waar wij zelf zijn wie we willen zijn. De mate van complexiteit loopt als een invariabele door ons brein, hoe groter de intriges, des te spannender, en des te leuker we het vinden.

Daarom hebben wij in onze blog gekozen om ons te richten op de meer intrigerende verhalen. Wij willen mensen boeien, emotioneren en intrigeren. We willen de lezer doen overgaan tot nadenken opdat hij zijn burgerlijkheid aan de haak kan hangen. Niets is zo spannend als een goeie moord. Het is een eeuwenoud succesverhaal. Wie heeft het gedaan, waarom, en wie zit er mee in het spel? De mens interesseert zich niet in anderen, maar is geïntrigeerd door anderen. Het doen en laten, de beweegredenen. Van simpele roddel tot zware slachtpartij, we zijn er allemaal gek op. Dus waarom niet meer van die verhalen?

New York, New York

Het was een typische vrijdagavond, dus ze begon zich klaar te maken voor een avondje uit in The City. Op vrijdagavond is het er lekker druk, waar ze van houdt.

Het was 10 na 9, tijd om zich klaar te maken dus. Ze begon zich aan te kleden. Ze ging voor de gebruikelijke kledij, niet te opvallend. In haar handtas stak ze de gebruikelijke spullen.

Zo. Helemaal klaar voor vertrek was ze.

Ze stapte in haar auto en weg was ze. Het was maar tien minuutjes rijden naar het centrum. Eens aangekomen in het centrum, reed ze wat rond op zoek naar een leuke bar om haar avond te spenderen.

Ze parkeerde haar auto en liep de bar in. Op het einde van de toog nam ze plaats en bestelde ze het gebruikelijke. Na een tijdje kwam er een man op haar af. Ruig, maar toch een vriendelijk gezicht, geen dreiging dus. Ze sloegen aan de praat en na het ene drankje volgde al snel het andere. De alcohol vloeide en het gelach werd luider en luider.

Na een tijdje bedankte ze hem vriendelijk voor de fijne avond en stond op. De man stond ook op en bood haar een lift naar huis aan, die ze gretig aannam.

Aangekomen bij haar appartement, ging de man mee naar boven. Hij deed de deur achter zich dicht en draaide zich naar haar om. Haar gelach verdween en toen werd het stil. De man, die nu een stuk groter leek als ervoor, kwam op haar af. Traag en rustig, maar met een koele blik.

Hij stopt net voor haar, strekt zijn armen uit en legt ze rond haar nek. Wanneer hij naar voor buigt om haar te kussen, voelt hij een stekende pijn in zijn buik.

Ze begint te lachen, eerst flauw, maar als snel hysterisch en duivels. De man zakt op zijn knieën en terwijl hij doodbloed op haar vloer, wandelt ze in alle rust naar de keuken en begint een cocktail te maken. Het wachten is begonnen.

Hij is dood. Ze ontdoet zich van zijn lichaam in de container aan de achterkant van het appartement, maar niet voor ze een souvenir nam. Want wat hij niet wist en ook niet maar kan na vertellen, is dat onze lieftallige dame die nacht op jacht was.

Elke vrijdagavond gaat ze op zoek naar haar volgende slachtoffer. In haar kelder staan de bokalen vingers, tenen, oren en zelfs geslachtsdelen netjes gestapeld op planken. Waarom doet ze dit, vraagt u? Wel.

Can’t a girl have a little fun?

Vervaging der gelaten

Er was eens een zwoele zomerdag, vol hoop, geluk, liefde en andere wetmatigheden.
Gesprekken werden gevoed met goed gezelschap en liters gerstenat.
Het beloofde een geweldige dag te worden.

Het werd duidelijk dat dit niet zo kon blijven, er moest ingegrepen worden. Maar wie zou deze taak op zich nemen? Een van de dames ontdekte de waarheid. Ze schreeuwde een Babylonische kreet uit die niemand begrijp, gelaten vervaagden, tranen vloeiden en intriges vielen uit elkaar.

Het was verschrikkelijk hoe zij totaal werd leeggezogen alsof het een lieve lust was.
Het gezelschap sloot een akkoord om de recente ontwikkeling geheim te houden, opdat niemand hier ooit over zou horen. Als een echt concilie werd het pakt gesloten en bezegeld.

Het zou nooit meer hetzelfde zijn; althans voor haar niet.

Een dag als een ander

Een dag als een ander, niets speciaals. Of toch? Wat maakte deze dag, tegen alle verwachtingen in, toch zo anders?

Het was verdacht stil die morgen. Het leek wel of iedereen weg was, toch had ik geen weet van enige geplande activiteiten.

Zij was jong, knap, en neurotisch. Ze was achterdochtig jegens alles en iedereen; zelfs naar haar eigen familie toe. Dineren deed men altijd samen, dat hoorde nu eenmaal zo. Die avond waren de toppers er ook weer bij. De literair, de musicus en de alcoholicus. Een prachtig trio, gemaakt om te vermaken. Het was verdacht hoe het allemaal zo plots verliep. Maar het interesseerde niemand. Het was een gezellige avond, iedereen had zich vermaakt, genoten werd er van de spijs en drank. Het was weer goed geweest.

’s Morgens was er een hevige rumoer in de gangen. Vrouwen schreeuwden, mannen huilden. Het leek wel een slecht theaterstuk gedrenkt in excrementen en andere liquide uitstortingen. Nadat de rust was wedergekeerd kwam alles op zijn plooit terecht. Verschillende levenloze lichamen werden de deur uit gedragen, als een processie werden ze weggebracht.

Zij werd beschuldigd, verhoord en opgeknoopt. De hele affaire werd vergeten. Maar zij, na 47jaar, wist eindelijk waarom; zij lustte geen vis.

Speel je mee?

Ik ben een man van de wet. Politieman. Beter gezegd een rechercheur. Ik krijg vaak abnormale zaken onder mijn neus. Huishoudelijk geweld, drugsdealers die niet weten hoe ze moeten handelen, een vrouw die wordt vermoord waarvan duidelijk blijkt dat het de man of een vriendje was.

Dat laatste puntje was zeker geen lachertje tijdens een recente zaak die ik kreeg.

Het zou moeten beginnen als een doodnormale dag. Ik sta op, maak wat ontbijt, rook mijn eerste sigaret van de dag op mijn balkon terwijl ik naar de horizon lig te staren. Kijken hoe de zon opkomt. Maar niet die dag.

Die dag liet mijn baas mij weten dat ik laat in de avond tot vroeg in de ochtend moest werken. “Lekker uitslapen.”, dacht ik bij mezelf.

Ik kwam aan op het kantoor. Mijn baas gaf mij een paar formulieren van een onopgeloste zaak. Een vrouw werd een aantal jaren geleden bloeddorstig vermoord & haar man had zichzelf opgehangen in hun huis een paar maanden later. Hij was degene die het gedaan had hoor. We hadden genoeg bewijzen om deze rotzak weg te steken, maar we waren te laat om hem te vatten.

Mijn baas vertelde mij dat er nieuwe bewijzen waren opgedoken. Het rare was, hij stuurde mij alleen. Omdat ik de enige dom genoeg was of juist moedig genoeg was om dit te doen.

“Hoezo, ik moet alleen gaan? Wat is er zo erg dan?”, vroeg ik hem met volle verbazing.

“Het blijkt dat het huis bezeten zou zijn.”, zei hij. ”Maar we weten allemaal dat jij die onzin niet geloofd. Dus dit zou een eitje voor jou moeten zijn. Niet?”

Ik stelde voor de rest geen vragen meer en ging meteen op onderzoek.

Ik kwam aan bij het pand en de deur bleek op slot te zijn, maar zodra ik voor de deur stond hoorde ik het slot kraken. De deur was open. Ik staarde naar een lange gang. Niets ongewoons. Een kapstok naast de deur, hier en daar wat huisplanten en wat kasten. Ik wandelde verder, langzaam. Ik liep door de gang tot ik het einde van de gang bereikte en mezelf dwong om naar rechts te gaan. Ik zag een nieuwe deur voor me, deed ze open en wat er gebeurde verwarde mij enorm.

“Ben ik nu in dezelfde gang als daarnet beland?”, dacht ik bij mezelf. Ik deed hetzelfde als voordien. Het gangpad volgen en om de hoek zag ik weer die deur waar ik zonet doorheen ging. Ik deed het opnieuw en kwam in hetzelfde gangpad terrecht. “Wat in vredesnaam?”, zei ik en ik trilde een beetje. Weer diezelfde gang. Maar deze keer zag ik een tekst op de muur aan het einde van de gang. Het was geschreven in bloed.

“VERGEEF ME, LISA. IK WIL NIET WEER ZO’N MONSTER IN MIJN HUIS!”

“Lisa? Is dat niet de naam van de vrouw die hier vermoord werd?”, zei ik tegen mezelf. Ik ging terug naar diezelfde deur. Daarboven stond weer een tekst geschreven in bloed.

“ER IS GEEN WEG MEER TERUG!”

Plots uit het niets ging de huistelefoon. “Wat is hier verdomme aan de hand?!”, zei ik luidop. Ik nam niet op en liet het overgaan naar voicemail.  Een stem van een klein meisje sprak een bericht in.

“Papa was echt saai. Hij at meestal hetzelfde, kleede zich nooit anders, keek altijd naar dezelfde saaie programma’s op televiesie. Maar die ene dag moest ‘ie mama pijn doen. Vermoorden. Hij was niet eens origineel over de manier hoe hij het deed. Ik kan niet klagen, ik verveelde mij toch. Maar weet je, ik kom terug en ik neem mijn nieuwe speeltjes met me mee. Wil je met me meespelen, rechercheur?”

Het jaar 1854

Brighton, Groot-Brittannië. Het jaar is 1854. Eten was schaars, huizen waren klein en vuil, maar toch waren de zusjes Burrows gelukkig. Of niet?

Laten we beginnen bij Zoë. Zoë had mooie, golvende blonde lokken. Lokken die wanneer de zon op het juiste punt stond, leken op de gouden draden die Rapunzel spon aan haar spinnewieltje. Zoals u wel kan voorspellen, kreeg Zoë alle aandacht van de jongens in het dorp. Ze hielp in het huishouden, was bij iedereen geliefd en spendeerde haar dagen in het naaiatelier van haar moeder.

Gedoemd om te leven in Zoë’s schaduw, liep haar zusje Avery. Avery verschilde althans niet zo veel van haar zus. Ze had even mooi, lang zwart haar. Gitzwart als de veren van een raaf en ogen, zo van die diepblauwe ogen waar je in kunt verdrinken. Teruggetrokken in haar eigen wereldje, verdween ze in haar boeken. Overal waar Avery ging, zat ze met haar neus in de boeken. Ze gaf niet veel aandacht aan de mensen en andersom.

Tot die ene dag. Tot ze met haar neus in de boeken, alweer, pal tegen Jim aanliep. Jim was een matroos en was gisterenavond aangemeerd. Jim was al onderweg naar beneden om het boek op te rapen tot hij in die diepblauwe ogen keek en alles vergat. Hij had nog nooit iemand zo mooi, zo fragiel gezien.

Prompt ging hij op zijn knieën en vroeg haar daar, op dat moment ten huwelijk. Avery, verwonderd dat er überhaupt iemand aandacht voor haar had, kon alleen maar ijverig knikken terwijl ze haar boek, nog een keer liet vallen op de grond.

Snel haasten ze zich naar huis om het (goede?) nieuws te vertellen. Avery’s ouders gaven, een beetje van hun melk, hun goedkeuring en dat was dat. Ze gingen trouwen, maar niet als het van Zoë afhing. Zoë, groen van jaloezie, gunde haar zus niets. Zij verdiende het om te trouwen. Zij verdiende het om een perfecte bruid te zijn. Zij verdiende het, niet haar zus.

Avery en Jim lieten er geen gras over groeien en wilden de volgende morgen al trouwen. Ze moesten geen groot feest hebben, als ze elkaar maar hadden.

De volgende morgen stond ze daar, gekleed in een hemelsblauw kleed. Het licht scheen door de raam op haar, alsof het een engel was. Om acht uur zou ze niet meer in haar zusters schaduw staan, maar haar eigen leven leiden ergens ver weg van hier.

– 9.00 uur

Nog steeds geen Jim. Zou hij twijfels hebben gekregen? Moest hij weg?

Jim werd even later teruggevonden, helaas niet meer zo levend en wel. Hij werd opgehangen aan de wieken van de molen en met een snijwonde gaande van zijn borst tot aan zijn lies, was het enkel wachten tot hij doodbloedde.

Zoë was natuurlijk verdachte nummer één en werd meteen meegenomen naar het bureau. Hoe hard ze ook ontkende, ze kon er niet omheen dat zij, jaloers als ze was er stevig bezwaar op had dat haar zus het leven kreeg dat zij altijd wilde.

Wat nu? Zoë die mocht haar leven spenderen in een afgesloten werkkamp, veroordeeld voor haar misdaad.

Twee dagen later werd de politie opgeroepen voor nog een moord, zelfmoord deze keer. Waar kwamen ze uit? Bij het huis van de Burrows, voor de tweede keer op rij.

Daar vonden ze arme mevrouw Burrows in de badkamer. De agenten trokken al snel hun conclusie: ze kon niet leven met het gedacht aan haar dochter schuldig aan moord. De Burrows waren zeer gesteld op hun goede naam.

Maar wat u en de bewoners misschien dachten dat het om een moord uit jaloezie ging, wist mevrouw Burrows wel beter. Mevrouw Burrows, kon er namelijk niet mee leven dat haar perfecte dochter, haar Zoë niet degene was die het perfecte leven kreeg. Er zat niets anders op dan zich te ontdoen van Jim, maar uiteindelijk kroop de schuld haar tegenmoet. Als een schaduw over de muren terwijl ze sliep, maar dat geheim nam ze met haar mee.

En de Burrows? Hun goede naam ging verloren en ze leefden nog lang, maar niet zo gelukkig.

Tijd heelt geen wonden

Het was hun trouwdag, de gelukkigste dag van hun jonge leven.
Hij een rijke Amerikaan, zij een Engelse lady pur sang, oud geld met nog meer nieuw geld. Een match made in heaven. Gedoemd om gelukkig te zijn. Een groot feest vol overdaad aan drank, eten, muziek en gracieuze dames vulde de dag tot in de vroege morgen.
De eerste zwangerschap volgde al snel, ja die Amerikaan consumeerde echt alles op z’n Amerikaans, kort, maar krachtig.

Na de geboorte van hun tweede zoon raakte het huwelijk in een neerwaartse spiraal. Hij ontdekte zijn liefde voor de Engelse brandy en poker, zij ontdekte meer over de mannelijke anatomie tijdens diezelfde bridge partijtjes. De spanning in hun relatie was te vergelijken met die van het elektriciteitsnet; hoog en dodelijk. De wekelijkse dineerpartijen bij de ouders hadden bijgevolg een hoog theatraal gehalte, alsof er niets aan de hand was; maar men wist wel degelijk beter.

De herfst bracht minder goed nieuws, als bij het vallen van de bladeren, zo viel ook het huwelijk in puin. Zij was opnieuw zwanger, geweldig nieuws zou u denken. Neen, het kind kon niet van hem zijn. Hij had, ondanks zijn hunker naar intieme omgang, zijn jongeheer volledig lam gelegd sinds hij de gewoonte ontwikkelde om de Ierse lekkernij te drinken bij het ontbijt.

Alsof het nog niet erg genoeg was kwam er verschrikkelijk nieuws uit zijn thuisland; zwarte donderdag was een feit, Wall Street was, samen met zijn fortuin, ten onder gegaan. De spanning culmineerde, meubilair vloog de kamer rond, scherven van wat ooit kunst was vulden het hele huis. De huilende kinderen werden door het personeel in paniek weggebracht.

De buurvrouw telefoneerde, op een meest koele wijze, de autoriteiten. Twintig minuten later eindigde de ruzie met twee doffe knallen. De stilte contrasteerde zo opvallend dat men er angstig van zou worden.

Het politieonderzoek was sluitend, passiemoord gevolgd door zelfmoord. De familie was in shock, het hele verhaal werd in der minne geregeld om verdere schandalen te vermijden en gesloten met een intieme uitvaartdienst, waarna het gelukkige koppel samen begraven werd.

Jaren later, op haar sterfbed, zou haar moeder vertellen aan haar kleinzoons dat het zij was die haar dochter en schoonzoon het stilzwijgen heeft opgelegd. Uit angst voor schandalen en faillissement was het zij die, nadat de buurvrouw haar had opgebeld, de wagen en het pistool uit haar mans bureau nam om het theater vroegtijdig te stoppen.

Charle

Het kwam allemaal terug. De zomer van 89, verschrikkelijke toestanden dreven iedereen tot wanhoop. De hele buurt werd opgeschrikt door wantrouwen, geschillen, intriges. Was het haar fout?

Zij was een van de meest bekende dames van die tijd, als een echte opportunist maakte ze gebruik van de conventies om mannen te pluimen. Gezinnen vielen uit elkaar, kinderen verdwenen, vrouwen opgeknoopt, carnale behoeften voldaan. Haar status culmineerde tot een twijfelachtig hoogtepunt van haar carrière; Ze had de tijd van haar leven.

Maar vorige week werd alles anders, overmaat schaadt, zeker na die hoeveelheid zure wijn. Nood breekt wet, dus alcohol werd gerantsoeneerd. Zoals zij zich hield aan conventies was het vrij duidelijk dat ook deze gedoemd was om beleefd bedankt te worden. Naar gewoonte was ze die donderdagavond te gast bij de heer Montpelier, een saaie man met duiten die smachten om verspild te worden. Ze aasde al maanden naar zijn aandacht, ze probeerde alles, maar niets leek te werken; die duiten bleven nog even lekker in de beurs zitten.

Mannen met hun domme spelletjes, ze hadden meer oog voor elkaar dan voor haar, alsof zij deel uitmaakte van het decor, maar ze behield haar decorum. “kop of munt”, verschrikkelijk saai die avond. Gelukkig was er de heer Charle die nog een beetje fatsoen had. Als ze een ding geleerd had uit haar carrière is dat fatsoen de sleutel is tot succes. Maar er was iets vreemds aan hem. Hij was anders, hij leek iets te verbergen, en de dingen die hij vertelde deden menige wenkbrauw fronsen. Hij wist iets van Montpelier, en zij zou te weten komen wat dat was. Hoe meer zij wist over Montpelier, des te groter haar invloed was. Ze moest en zou Charle gebruiken, maar hoe?

De volgende ochtend werd alles duidelijk. Montpelier slofte, zoals gewoonlijk, naar de ontbijttafel in zijn peignoir. Charle en zij kwamen toevallig op het zelfde moment de kamer binnen. Ze gingen beiden aan tafel zitten, wachtend om bediend te worden.

Na het ontbijt verliet het gezelschap de ruimte waar elk hun wegen scheidden.

 

Drie dagen later bevond zij zich waar ze hoorde, recht zou geschieden; al was dat het laatste wat ik doe. Haar decorum was gereduceerd tot een fractie van wat het ooit geweest was. De zogenaamde “dame” was gedestilleerd tot wat ze initieel was, een hoer.

Ikzelf was uitermate geamuseerd door het publiek schouwspel, ik genoot er mateloos van hoe zij naar het podium werd geleid. Ze probeerde de beschuldiging van moord nog steeds te ontkennen, maar de magistraat wist wel beter. Via simpele deductie wist hij hoe zij te werk ging, alsook bij Montpelier. Ze zag mij staan in de menigte, ik zag de wanhoop in haar ogen. Haar ogen schreeuwden om hulp. Ikzelf vond het tijd om de plaats delict te verlaten. Enkel nadat het mes viel keek ik om, al was het maar om zeker te zijn dat het hoofd haar uitgebuite lichaam verlaten had.

Gedane zaken nemen geen keer, met dat idee ging ik terug naar de heer Montpelier. Eindelijk had ik waar ik jaren voor geleden heb, succes was het mijne, schuld de hare.

Charle.X