Charle

Het kwam allemaal terug. De zomer van 89, verschrikkelijke toestanden dreven iedereen tot wanhoop. De hele buurt werd opgeschrikt door wantrouwen, geschillen, intriges. Was het haar fout?

Zij was een van de meest bekende dames van die tijd, als een echte opportunist maakte ze gebruik van de conventies om mannen te pluimen. Gezinnen vielen uit elkaar, kinderen verdwenen, vrouwen opgeknoopt, carnale behoeften voldaan. Haar status culmineerde tot een twijfelachtig hoogtepunt van haar carrière; Ze had de tijd van haar leven.

Maar vorige week werd alles anders, overmaat schaadt, zeker na die hoeveelheid zure wijn. Nood breekt wet, dus alcohol werd gerantsoeneerd. Zoals zij zich hield aan conventies was het vrij duidelijk dat ook deze gedoemd was om beleefd bedankt te worden. Naar gewoonte was ze die donderdagavond te gast bij de heer Montpelier, een saaie man met duiten die smachten om verspild te worden. Ze aasde al maanden naar zijn aandacht, ze probeerde alles, maar niets leek te werken; die duiten bleven nog even lekker in de beurs zitten.

Mannen met hun domme spelletjes, ze hadden meer oog voor elkaar dan voor haar, alsof zij deel uitmaakte van het decor, maar ze behield haar decorum. “kop of munt”, verschrikkelijk saai die avond. Gelukkig was er de heer Charle die nog een beetje fatsoen had. Als ze een ding geleerd had uit haar carrière is dat fatsoen de sleutel is tot succes. Maar er was iets vreemds aan hem. Hij was anders, hij leek iets te verbergen, en de dingen die hij vertelde deden menige wenkbrauw fronsen. Hij wist iets van Montpelier, en zij zou te weten komen wat dat was. Hoe meer zij wist over Montpelier, des te groter haar invloed was. Ze moest en zou Charle gebruiken, maar hoe?

De volgende ochtend werd alles duidelijk. Montpelier slofte, zoals gewoonlijk, naar de ontbijttafel in zijn peignoir. Charle en zij kwamen toevallig op het zelfde moment de kamer binnen. Ze gingen beiden aan tafel zitten, wachtend om bediend te worden.

Na het ontbijt verliet het gezelschap de ruimte waar elk hun wegen scheidden.

 

Drie dagen later bevond zij zich waar ze hoorde, recht zou geschieden; al was dat het laatste wat ik doe. Haar decorum was gereduceerd tot een fractie van wat het ooit geweest was. De zogenaamde “dame” was gedestilleerd tot wat ze initieel was, een hoer.

Ikzelf was uitermate geamuseerd door het publiek schouwspel, ik genoot er mateloos van hoe zij naar het podium werd geleid. Ze probeerde de beschuldiging van moord nog steeds te ontkennen, maar de magistraat wist wel beter. Via simpele deductie wist hij hoe zij te werk ging, alsook bij Montpelier. Ze zag mij staan in de menigte, ik zag de wanhoop in haar ogen. Haar ogen schreeuwden om hulp. Ikzelf vond het tijd om de plaats delict te verlaten. Enkel nadat het mes viel keek ik om, al was het maar om zeker te zijn dat het hoofd haar uitgebuite lichaam verlaten had.

Gedane zaken nemen geen keer, met dat idee ging ik terug naar de heer Montpelier. Eindelijk had ik waar ik jaren voor geleden heb, succes was het mijne, schuld de hare.

Charle.X